Historie van de kerk

Geschiedenis van Zuurdijk en kerk

De vele nog grotendeels middeleeuwse kerken in de Marne zijn uitwendig gepleisterd (er stond een cementfabriek in Zoutkamp). Dit gaat ook op voor de kerk van Zuurdijk, die grotendeels uit de eerste helft van de 13e eeuw stamt.

Oorspronkelijk was de kerk een rechthoekige ruimte van drie overwelfde traveeën, waarin schip en koor bouwkundig niet van elkaar waren gescheiden. Elke travee werd door een hooggeplaatst, smal spitsboogvenster in noord- en zuidmuur verlicht; in de noord- en oostwand zijn hiervan nog restanten te zien. Toch is de kerk de tijd niet ongeschonden doorgekomen. De gewelven verdwenen, en bij een recente restauratie bleek de buitenzijde van de noordmuur grotendeels opnieuw met kloostersteen te zijn opgetrokken. De matige kwaliteit van het metselwerk zal mede een reden zijn geweest voor de bepleistering van 1879.

In 1798 werd de kerk ingekort en de westmuur afgebroken, om er een toren te bouwen.  De torenklok is een van de oudste in de Marne; de klok – genaamd Maria – werd in 1482 door ‘Herman’ gegoten, die vier jaar eerder een soortgelijke klok voor Ulrum had gegoten. Apostelbeelden vormen de randversiering, de flanken tonen Maria met het kind Jezus, respectievelijk Sint-Kunibertus.

Binnen zijn nog veel sporen zichtbaar van de vroegere kerk; naast vijf muraalbogen en de vensters in de noordwand, zien we enkele nisjes in noord- en zuidwand die naar vroeger liturgisch gebruik verwijzen. De inkassingen voor de muurstijlen van een balkenzolder (een in Groningen zeldzame, in Friesland gebruikelijke constructie) zijn van latere tijd. De stenen preekstoel werd in 1786 vervangen door een houten kansel; deze werd in 1849 verruild voor de huidige preekstoel toen de kerk grote vensters in de oost- en zuidmuur kreeg. De huidige banken werden in 1838 geschonken door gemeenteleden, net als de avondsmaaltafel – zoals te lezen valt als het blad van het onderstel wordt gelicht. Het middenpad bestaat uit grafstenen voor leden van bekende Zuurdijkster boerengeslachten, waarvan er ook een paar te vinden zijn op het door een gracht omringde kerkhof.